Vooraf
Er wordt gezegd dat het bouwen aan een duurzame economie een technologisch probleem is. Dat is het niet. De wereld beschikt over voldoende broeikasgasreducerende technologieën, zoals hernieuwbare brandstoffen, koolstofafvang en energieopslag. Wat er ontbreekt, is kapitaal. Volgens het Internationaal Energieagentschap zullen alleen al de investeringen in schone energie tegen het einde van dit decennium moeten stijgen tot 4 biljoen dollar per jaar om de opwarming van de aarde onder controle te houden. Dat bedrag kan in werkelijkheid alleen van de financiële markten komen. Vooral van obligatiebeleggers.
Gelukkig zijn er tekenen dat de vastrentende markt het aankan. Effecten die rekening houden met milieu, maatschappij en governance (ESG) zitten in de lift.
Groene vastrentende effecten met specifieke vereisten voor het gebruik van de opbrengst, duurzaamheidsobligaties waarvan de coupons gekoppeld zijn aan de milieuprestaties van de emittent en sociale obligaties die onderwijsprogramma's financieren, zijn slechts enkele voorbeelden van de innovatieve structuren die ernaar streven mainstream beleggingen te worden. De beleggers reageerden tot nu toe enthousiast. In 2021 werd meer dan 1,1 biljoen dollar aan nieuwe duurzame obligaties met succes geplaatst, waardoor de ESG-obligatiemarkt ruim boven de 2 biljoen dollar uitkwam. Onderzoek uitgevoerd voor Pictet door het Institute of International Finance toont aan dat de uitgifte tegen 2025 jaarlijks 4,5 biljoen dollar per jaar zou kunnen bedragen.
Hoewel het grootste deel van dat kapitaal in de ontwikkelde wereld zal worden opgehaald, zou ook een redelijk bedrag in de vorm van ESG-obligaties van opkomende markten moeten komen. Voor opkomende economieën is private financiering van cruciaal belang om de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (SDG's) van de Verenigde Naties tegen 2030 te halen.
Maar om duurzame obligaties mainstream te maken, moet er over verschillende obstakels worden onderhandeld. De eerste prioriteit zijn universele regels en normen. Momenteel verschillen de labeling en certificering van duurzame obligaties aanzienlijk van land tot land, terwijl inspanningen om de openbaarmakingsvereisten te harmoniseren niet veel succes zijn hadden.
Managing Director & Head of Sustainable Finance at the IIF and Chief Investment Officer - Fixed Income at Pictet Asset Management
Een analyse van de ESG-effecten met de langste staat van dienst – groene obligaties – wijst op andere mogelijke afwegingen. Groene obligaties hebben een rendement opgeleverd dat vergelijkbaar is met dat van niet-groene obligaties, maar ze worden verhandeld met een premie: hun rendement is doorgaans aanhoudend lager dan dat van traditionele effecten. Dat ondanks het feit dat groene obligaties minder liquide zijn. Uit onze analyse blijkt dat zulke effecten minder vaak, en in sommige gevallen veel minder vaak, worden verhandeld dan traditionele vastrentende waarden. Dat versterkt ons geloof dat kopers van groene en aan duurzaamheid gekoppelde obligaties doorgaans institutionele beleggers, zoals pensioenfondsen, verzekeringsfondsen en staatsfondsen, zijn die de obligaties kopen en aanhouden. Dat toont echter ook dat de secundaire markt voor dergelijke obligaties niet matuur genoeg is om grote aan- of verkooporders op te vangen zonder aanzienlijke prijsverschuivingen.
Uiteindelijk is geen enkel obstakel onoverkomelijk. Als de wereldleiders echt naar netto nul streven, zullen ze erkennen dat kapitaal vrij moet kunnen stromen om deze ambities waar te maken. In de strijd tegen de klimaatsverandering kunnen obligatiebeleggers dan ook snel in de frontlinie komen te staan.
ESG-obligaties: te groot om te negeren
Nu milieu-, maatschappelijke en governancekwesties (ESG) de internationale beleidsagenda domineren – en naarmate de vraag van beleggers naar nieuwe financiële producten en diensten op basis van ESG-criteria blijft toenemen – staan wereldwijde obligatiemarkten en, bij uitbreiding, vastrentende portefeuilles op het punt een radicale transformatie te ondergaan. Het ESG-obligatieuniversum groeit snel, niet alleen de omvang ervan, maar ook de verscheidenheid aan instrumenten die het bevat en de reeks activiteiten die het financiert.
Het is een uitbreiding die nieuwe kansen biedt voor beleggers. Zij kunnen nu gediversifieerde portefeuilles opbouwen die zowel financiële als niet-financiële doelstellingen kunnen verwezenlijken – de strijd tegen de klimaatverandering, de bescherming van de biodiversiteit en de bevordering van de sociale cohesie zijn mogelijk geworden door middel van obligatiebeleggingen.
Tegelijkertijd heeft het toenemende belang van ESG-factoren zowel openbare als particuliere kredietnemers ongekende mogelijkheden gegeven om duurzame obligatiemarkten aan te boren en financiering te verkrijgen tegen aantrekkelijke tarieven. Omdat de netto-nulverbintenissen van landen en bedrijven in de loop van 2021 ambitieuzer werden, heeft de vraag naar koolstofarme energie-investeringen en technologische innovatie de uitgifte van ESG-effecten gestimuleerd.
De totale uitgifte van ESG-schuldeffecten (obligaties en leningen) tijdens de eerste drie kwartalen van 2021 bedroeg 1,1 biljoen dollar, wat het totaal voor heel 2020 overtreft.
Toch hebben de ESG-obligatiemarkten ondanks hun dynamiek nog niet de schaal bereikt die nodig is om de overgang naar een koolstofarme economie te financieren.
Daarvoor is een verdere ontwikkeling van de ESG-obligatiemarkten essentieel – en op verschillende fronten. Meer harmonisering tussen duurzame financiële taxonomieën (voortdurende inspanningen omvatten het International Platform on Sustainable Finance) en ESG-publicaties (met name de IFRS International Sustainability Standards Board) zou een snellere marktontwikkeling bevorderen.
Daarnaast kan meer transparantie over de manier waarop ESG-ratingbureaus ESG-maatstaven van overheden en bedrijven verzamelen, analyseren en berekenen ook de vraag naar en het aanbod van ESG-schuldeffecten stimuleren.
Dergelijke veranderingen zouden transformationeel zijn. Ze zouden obligatiebeleggers attent maken op nieuwe beleggingsopportuniteiten en tegelijkertijd de financiering van de particuliere sector rechtstreeks richten op duurzame ontwikkelingsdoelstellingen (SDG's). In dit scenario denken wij dat de wereldwijde uitgifte van obligaties met een ESG-label in slechts vijf jaar tijd een jaarlijks tempo van 4,5 biljoen dollar kan bereiken. Tegen 2030 zou het volume van uitstaande ESG- en klimaatgerelateerde obligaties 60 biljoen dollar kunnen behalen, wat overeenkomt met ongeveer een derde van de volledige wereldwijde obligatiemarkt.
Rekening houdend met dit alles en in de veronderstelling dat overheden en regelgevende instanties blijven focussen op duurzaamheid, tonen onze basisramingen dat de jaarlijkse uitgifte van obligaties met een ESG-label meer dan verviervoudigd zou kunnen zijn, van ongeveer 525 miljard dollar in 2020 tot meer dan 2,3 biljoen dollar in 2025
Vruchtbaardere grond voor beleggers
Bron: IIF, gegevens en prognose voor de periode 31.12.2019-31.12.2023
Rol van supranationale instellingen in de ontwikkeling van de ESG-obligatiemarkt
Hoewel nog steeds vooral bedrijven obligaties met een ESG-label uitgeven, hebben supranationale agentschappen zoals de Europese Investeringsbank (EIB) en de Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank (IDB) hun aanwezigheid op de markt de afgelopen jaren vergroot; samen vertegenwoordigen ze nu meer dan 17 procent van de jaarlijkse uitgifte, tegenover 8 procent in 2019. Supranationale instellingen spelen een cruciale rol in de ontwikkeling van ESG-obligatiemarkten omdat zij:
- meer steun verlenen voor het mobiliseren van kapitaal voor ESG/SDG-projecten, met name in opkomende landen
- de inspanningen ondersteunen voor meer middelen voor klimaatfinanciering
- een rol spelen bij het verbeteren van de kwaliteit van ESG-gegevens en het verzamelen, rapporteren en verspreiden ervan
Opkomende markten en klimaatkapitaal
De integratie van ESG-criteria in obligaties uit opkomende markten is in 2021 versneld. Met ongeveer 300 miljard dollar vertegenwoordigen obligaties met een ESG-label één procent van de markt (vs. 1,5 procent voor ontwikkelde markten). Sinds eind 2012 is meer dan de helft van de obligaties van opkomende markten met een ESG-label uitgegeven door Chinese overheids- en bedrijfsdebiteuren. Ook emittenten uit Chili, India en Brazilië zijn goed vertegenwoordigd.
China loopt voorop
Bron: IIF. Gegevens uit de periode 31.12.2014 - 31.10.2021
ESG-obligaties zouden meer aanwezig moeten zijn op de markten voor staatsobligaties en bedrijfsobligaties van opkomende landen. Dat is van vitaal belang. Privékapitaal is zeer belangrijk om de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (SDG's) van de Verenigde Naties tegen 2030 te bereiken. De 'financieringskloof van de SDG's'– het verschil tussen wat opkomende landen nodig hebben en wat zij momenteel in investeringen ontvangen – wordt geschat op 2,5 biljoen dollar per jaar.
Naarmate de Covid-19-pandemie aansleept, hebben veel opkomende economieën het steeds moeilijker om de financiering te krijgen die ze nodig hebben om aan de SDG's te voldoen. Binnenlandse beleggingsbronnen zijn beperkt. Hier kunnen groene en sociale obligaties een echt verschil maken en overheden en bedrijven uit opkomende landen de middelen bieden om hun economie te transformeren. De basisprognose van het Institute of International Finance suggereert dat de uitgifte van obligaties met een ESG-label in opkomende markten zal stijgen van ongeveer 50 miljard dollar per jaar in 2020 naar 360 miljard dollar in 2023.
Groene obligaties als portefeuillebeleggingen
Naarmate er dringendere maatregelen nodig zijn om de opwarming van de aarde tegen te gaan, is het belang van de ESG-obligatiemarkten als potentiële bron van klimaatkapitaal de afgelopen jaren aanzienlijk toegenomen. Maar om te evolueren naar een strategische activaklasse moeten beleggers ervan overtuigd zijn dat de markt een haalbaar alternatief is voor klassieke obligaties. Een analyse van de ESG-effecten met de langste staat van dienst en die ongeveer 55 procent vertegenwoordigen van de markten voor obligaties met ESG-label – groene obligaties – toont een aantal mogelijke afwegingen voor obligatiehouders.
- Prestaties
Groene obligaties hebben vergelijkbare – of betere – prestaties laten zien dan niet-groene obligaties.
Voor staatsobligaties ligt het rendement van groene obligaties sinds eind 2017 hoger dan dat van traditionele benchmarks, met een gemiddeld maandelijks extra rendement van meer dan 1 basispunt.
Geografische variatie - terwijl groene bedrijfsobligaties in euro beter hebben gepresteerd dan brede bedrijfsobligaties in euro, zijn de extra maandelijkse rendementen op groene bedrijfsobligaties in dollar lager dan hun traditionele tegenhangers.
- Volatiliteit
De indexen van groene obligaties waren volatieler dan hun traditionele tegenhangers.
Sectorvariatie - in overheidsmarkten voor vastrentende waarden waren groene obligaties volatieler dan nominale obligatie-indexen, wat resulteerde in een iets lagere informatieratio. Bij groene bedrijfsobligaties blijft de volatiliteit onder die van traditionele obligaties, vooral voor groene bedrijfsobligaties in dollar.
- Liquiditeit
Groene obligatiemarkten zijn relatief klein en vertegenwoordigen minder dan 1 procent van de wereldwijde obligatiemarkten, en ze zijn niet bijzonder gediversifieerd.
De meeste uitgiften zijn in euro en dollar en zijn grotendeels geconcentreerd in enkele mature economieën, met een zeer beperkte activiteit in de opkomende markten zonder China.
Het gedrag van beleggers belemmert ook de liquiditeit van de markt, aangezien zij doorgaans een buy-and-hold strategie hanteren, waarbij ze groene obligaties tot de vervaldatum aanhouden.
De sterke appetijt voor groene obligaties lijkt zich te hebben vertaald in lagere financieringskosten voor sommige emittenten, ook wel 'greenium' genoemd. Deze sterke vraag was zowel te zien op de primaire als op de secundaire obligatiemarkten, wat leidde tot een kleine prijspremie voor groene obligaties ten opzichte van traditionele obligaties.
Woordenlijst
Verschillende soorten ESG-obligaties
- Groene obligaties
Groene obligaties zijn groene vastrentende effecten met specifieke vereisten voor het gebruik van de opbrengst. Ze hebben het langste trackrecord van alle ESG-effecten en vertegenwoordigen ongeveer de helft van de obligatiemarkten met ESG-label.
- Transitieobligaties
Transitieobligaties zijn bedoeld om bedrijven met een hoge uitstoot van broeikasgassen te helpen bij het financieren van een transitie naar groenere of koolstofarmere activiteiten of productiemethoden. De klimaattransitie succesvol voltooien hangt af van het kunnen overbruggen van de financieringskloof voor de ontwikkeling van commercieel levensvatbare duurzame infrastructuur en nieuwe technologieën. Veel klimaattechnologieën zoals hernieuwbare waterstof, directe luchtafvang en groene brandstof bevinden zich momenteel in de experimentele of prototypefase en vereisen aanzienlijke aanvullende investeringen in onderzoek en ontwikkeling om de technologische en kostenefficiënte verbeteringen te bereiken die nodig zijn voor volledige commercialisering.
- Sociale obligaties
Vastrentend instrument waarvan de opbrengsten bestemd zijn voor projecten met positieve sociale resultaten. Dergelijke sociale projecten omvatten – maar zijn niet beperkt tot – betaalbare basisinfrastructuur (bv. schoon drinkwater), toegang tot essentiële diensten (bv. gezondheid en onderwijs), sociale en economische empowerment, betaalbare huisvesting, werkgelegenheid (via financiering van kleine en middelgrote ondernemingen en microfinanciering) en voedselveiligheid.
- Duurzame obligaties
Vastrentend instrument waarvan de opbrengsten worden gebruikt voor de verwezenlijking van ecologisch duurzame resultaten of een combinatie van groene en sociale projecten voor een bepaalde doelgroep. Dergelijke projecten kunnen betrekking hebben op onderwijs, duurzaamheidsonderzoek, modernisering van volksgezondheidsfaciliteiten, klimaatverandering en biodiversiteit.
- Duurzaamheidsobligaties
Duurzaamheidsobligaties zijn instrumenten voor algemene doeleinden die, in tegenstelling tot groene obligaties met specifieke vereisten voor het gebruik van de opbrengst, emittenten niet verplichten om alle opbrengsten te gebruiken voor vooraf bepaalde duurzaamheidsprojecten. In plaats daarvan verbindt de kredietnemer zich ertoe een duurzaamheidsprestatiedoelstelling te behalen.
Richtlijnen ter bevordering van transparantie en openbaarmaking
De principes, geformuleerd door de International Capital Market Association (ICMA), zijn richtlijnen die transparantie en openbaarmaking aanbevelen en de integriteit van de duurzame obligatiemarkt bevorderen. De ICMA biedt ook richtlijnen om de financieringsdoelstellingen van een groene, sociale of duurzaamheidsobligatie te toetsen aan de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen (SGD's). Die richtlijnen zijn een verzameling kaders voor verschillende segmenten van duurzame obligatiemarkten: de Green Bond Principles (GBP), de Social Bond Principles (SBP), de Sustainability Bond Guidelines (SBG) en de Sustainability-Linked Bond Principles (SLBP).
De de Europese Verordening betreffende informatieverschaffing over duurzaamheid in de financiëledienstensector (SFDR) heeft tot doel het risico op greenwashing te verminderen door meer transparantie te bevorderen over de impact van fondsen op het milieu en de samenleving. De verordening legt verplichte openbaarmakingsnormen vast voor fondsen die beschikbaar zijn voor verkoop in de EU en deelt die in drie categorieën in: artikelen 9, 8 en 6.